Voor een veilige ballonvaart mag de windsnelheid niet hoger zijn dan 18 km/u (ongeveer 10 knopen) aan de grond. Bij hogere windsnelheden kan het opstijgen, varen en landen van de ballon gevaarlijk worden. Sterke wind kan de controle over de ballon bemoeilijken en zorgt voor onvoorspelbare en mogelijk gevaarlijke situaties. Daarom worden vaarten bij te harde wind afgelast of uitgesteld. Veiligheid staat altijd voorop, en de piloten zullen de weersomstandigheden nauwlettend in de gaten houden vooraleer ze beslissen of de vaart doorgaat.